maandag 10 maart 2014

Met Miriam Bunnik naar Liguria

Een tijdje geleden kreeg ik een leuke eindredactieklus en het resultaat daarvan ligt nu in de winkels. Apetrots ben ik op vriendin en collega Miriam Bunnik, nu haar eerste boek is verschenen. Liefde voor Liguria is meer dan een reisgids, het is een ontdekkingsreis langs de vele mooie, bijzondere, onontdekte en lekkere plekjes van deze prachtige regio.

Een stukje uit Miriams voorwoord:
"Italië is een schitterend mozaïek, een lappendeken van allerlei verschillende stukjes land met elk een eigen verhaal, eigen recepten, een eigen ‘taal’. Met haar 20 regio’s biedt Italië voor elk wat wils en er valt altijd iets nieuws te ontdekken. Eén van de nog vrijwel onontdekte regio’s is Liguria, in het noordwesten. Een regio die bekendstaat om haar grillige landschap, haar ietwat gesloten bevolking en haar kruidige keuken. Met haar ‘hooghartige’ hoofdstad Genua, die met haar imago van smeltkroes van zeevaarders en ontdekkingsreizigers menig hart heeft gestolen. Waar nog regelmatig mensen aan wal gaan met hoop op een betere toekomst.
[…] Ik neem jullie mee op ontdekkingstocht langs al deze mooie dingen. Langs machtige havens, mooie stranden en adembenemende panorama’s. Langs Unesco-erfgoed, middeleeuwse kastelen en ritselende olijfbomen. We gaan te voet, met de trein en met de boot (van cruiseschip tot plezierjacht). Over land, maar vooral ook over zee, want Liguria heeft iets met de zee. We gaan op kruistocht, reizen langs de grootste Italiaanse marinebasis en begeven ons in de strijd tussen de maritieme republieken van vroeger. Ga je mee?"


Aan de hand van boeiende achtergrondverhalen en haar eigen foto’s neemt Miriam jullie mee naar de vier provincies van Liguria: Imperia, Savona, Genua en La Spezia. Ze laat de plekjes zien die je echt niet mag missen en laat je kennismaken met de gastronomische, historische en culturele hoogtepunten van dit mooie stukje Italië. Een aanrader voor iedereen die van plan is Liguria te bezoeken!


dinsdag 4 maart 2014

Il Carnevale di Venezia

Man is least himself when he talks in his own person. Give him a mask, and he will tell you the truth. - Oscar Wilde

Vandaag is het martedì grasso, letterlijk vette dinsdag. De laatste dag van het carnavalsfeest dat de vastenperiode inleidt. Als geboren Brabantse heb ik altijd carnaval gevierd, maar dit jaar deed ik dat op een wel heel bijzondere plek: Venetië.

Het Carnevale van Venetië is een van de beroemdste carnavalsfeesten ter wereld, vooral vanwege de traditionele kostuums en maskers  waarin de veneziani zich hullen. Deze maskers kennen een lange traditie en werden vroeger meerdere maanden per jaar gebruikt. Een masker stelde de arme patriciër in staat om anoniem te bedelen op de hoek van de straat en hielp de liefhebber van gokspelletjes om uit handen te blijven van zijn schuldeisers. De veneziani droegen (en dragen) maskers en kostuums om hun identiteit te verhullen en sociale, religieuze, seksuele en culturele verschillen op te heffen. Zo ontstond een vrolijke, kleurrijke mengelmoes van sociale klassen waarin alle remmen konden worden losgegooid, vaak met enige hulp van muziek en drank. Al gauw stond Venetië bekend als een stad van vrijheid en plezier, waar alles kon en mocht. Napoleon maakte een einde aan de traditie van het masker, uit angst voor sociale onrust en ongehoorzaamheid van de burgers, en daarmee raakte ook het carnaval tijdelijk in vergetelheid.

Een van de gebruikelijkste uitdossingen is ongetwijfeld de Bauta, een typisch Venetiaanse figuur met een bijzonder wit masker (larva) dat het halve gezicht bedekt, gedragen met een driekantige steek (tricorno) en grote zwarte mantel (tabarro). De bauta werd veel gedragen tijdens het oude carnaval, maar ook bij andere gelegenheden waar enige anonimiteit van pas kon komen: de bijzondere vorm van het masker stelde de drager ervan dan ook in staat om te eten en drinken zonder het masker af te hoeven zetten. De vorm van de neus zorgde voor vervorming van de stem en daarmee was de vermomming compleet. Andere kostuums uit die tijd zijn bijvoorbeeld de Gnaga, mannen die zich als vrouw verkleden met een masker met een katachtig uiterlijk, en il medico della peste, de pestdokter met het kenmerkende masker met de lange snavel. Rond het begin van de zeventiende eeuw raakten ook de personages van de commedia dell’arte in zwang tijdens het carnaval: Arlecchino, Pulcinella, Colombina en il Capitano werden graag geziene gasten op de gemaskerde bals.

Na een lange periode van afwezigheid keerden de maskers terug naar Venetië toen in 1979 het carnaval als een feniks uit zijn as herrees. De Venetiaanse VVV wilde het toerisme in het laagseizoen stimuleren en dat is gelukt. Het moderne carnaval heeft elk jaar een ander thema, en dit jaar was dat La natura fantastica. Bloemen, vogels, vlinders, veren: alles kwam voorbij in een kleurrijk geheel dat een onuitwisbare indruk op mij heeft gemaakt. Ik waande me in vervlogen tijden, omringd door courtisanes en doges, vrijmetselaars, edellieden en armoedzaaiers. En door toeristen, want met name het laatste weekend stroomt de stad vol met Italiaanse en buitenlandse bezoekers. Maar ondanks de drukte, ondanks de stromende regen, ondanks de natte voeten door het acqua alta op het San Marco-plein, heb ik genoten van het magische Venetië. Van de relatieve rust door de afwezigheid van auto’s en motorini, van Spritz met typisch Venetiaanse hapjes, cicchetti, in een barretje in Cannaregio, van de kleurrijke huisjes op Burano en van frittelle, een soort oliebol die traditioneel met carnaval wordt gegeten. La Serenissima heeft ook mij verleid!