Het fascinerende thema van de Geboorte van Christus
heeft, niet alleen in Italië maar ook in de rest van de wereld, geleid tot een
bijzondere vorm van religieuze verering: de kerststal.De presepe
napoletano, de Napolitaanse kerststal, is een fenomeen op zich, met een (kunst)historische
en ambachtelijke waarde die nergens ter wereld zijns gelijke kent. Er is zelfs
een heuse kerststallenstraat, de Via Gregorio Armeno, waar het helemaal draait om de kunst en het
ambacht van het maken van beeldjes voor kerststallen, en het museum van de
Certosa di San Martino heeft een hele afdeling gewijd aan deze eeuwenoude Napolitaanse
traditie.
Waar de kerststal
aanvankelijk alleen een religieuze voorstelling van Christus’ geboorte was, met Maria, Jozef, het kindeke Jezus, wat
dieren en herders, ontwikkelt de Napolitaanse kerststal zich vanaf de
zeventiende eeuw tot een uitgebreide voorstelling van het dagelijks leven, en
je moet dus ook niet raar opkijken als Diego Maradona ineens opduikt tussen de
figuurtjes. In de achttiende eeuw beleefde de kerststal zijn hoogtijdagen: niet
langer stelden alleen kerken en kloosters een stal tentoon, maar begonnen ook rijke Napolitanen met het bouwen van steeds verfijndere kerststallen in hun
huizen. Giuseppe Sanmartino, misschien wel de belangrijkste beeldhouwer in Napels
in die tijd, zette zelfs een school op voor kerststalkunstenaars. Inmiddels
heeft waarschijnlijk ieder Napolitaans gezin een kerststal, die soms al
generaties in de familie wordt doorgegeven en elk jaar wordt uitgebreid met een
nieuw beeldje.
De symboliek van de
Napolitaanse kerststal is prachtig. Zowel de personages als de omgeving hebben
hun eigen betekenis: naast natuurlijk de Drie Koningen (I Re Magi) vind je in de presepe bijvoorbeeld i venditori, verkopers, één voor elke maand - voor januari een
slager, voor februari een kaasboer, voor juli een tomatenverkoper, voor oktober
een wijnboer of een jager, enzovoort; la
meretrice, de prostituee, een erotisch symbool als tegenhanger van de puurheid van de Heilige Maagd; Stefania,
een jonge vrouw die de pasgeboren Jezus wilde bezoeken maar werd tegengehouden
door de engelen, omdat zij zelf geen moeder was. Om hen om de tuin te leiden wikkelde
ze een steen in doeken, en toen zij Maria ontmoette voltrok zich een wonder: de
steen begon te niezen en veranderde in een kind - de Heilige Stefanus, wiens
naamdag wordt gevierd op 26 december. In de Napolitaanse kerststal vind je
altijd een rivier, want stromend water staat in de mythologie symbool voor de
dood en de geboorte van het goddelijke. De osteria,
taveerne, en het oneerbiedige banket dat daarin plaatsvindt staan voor het
kwaad in de wereld: Maria en Jozef werden immers geweigerd bij alle pensions en
taveernes en daardoor kwam Jezus, die het kwaad zal verlichten, in een stal ter
wereld.
Wie in Nederland met
eigen ogen een prachtige achttiende-eeuwse Napolitaanse kerststal wil
aanschouwen, kan vanaf 13 december a.s. terecht in Museum Catharijneconvent in
Utrecht.
Ik geef mijn studenten Italiaans altijd het advies mee om
naast mijn lessen vaker met de taal bezig te zijn. Een keer per week anderhalf
uur les is immers niet voldoende om een taal snel op te pikken. Maar ‘studeren’ hoeft
helemaal niet vervelend te zijn: kijk een Italiaanse film, lees een Italiaans
boek (voor beginners heeft Intertaal bijvoorbeeld de Easy Readers) of luister naar Italiaanse muziek. Zo krijg je op een leuke manier meer
affiniteit met de klanken en de grammatica van het Italiaans.
Ook tijdens mijn lessen maak ik veel gebruik van muziek. Bij
de beginners maak ik bijvoorbeeld een gatentekst
van una canzone, een lied. Al
luisterend vullen zij de ontbrekende woorden in: een leuke en leerzame oefening
voor zowel luistervaardigheid als schrijfvaardigheid, waarmee bovendien de
woordenschat flink uitgebreid wordt. Voor deze oefening gebruik ik vaak het
nummer Per te van Jovanotti, omdat de
zinnen eindigen op woorden die voor de beginnende student makkelijk te
begrijpen zijn. De docent kan de songtekst vervolgens ook samen met de groep vertalen.
Maar ook voor de complexere grammatica kun je als docent
gebruikmaken van muziek. Zo bestuderen mijn vijfdejaars van de
Volksuniversiteit in Utrecht momenteel de ingewikkelde periodo ipotetico, een pittig stukje grammatica dat menig student
tot wanhoop drijft. Se si potesse non
morire van de Italiaanse poprockgroep Modà bood uitkomst: niet alleen
vonden mijn studenten het een mooi nummer en een leuke oefening, maar aan het
eind van de les begrepen ze de stof veel beter!
Ik vind het belangrijk om gevarieerde lessen aan te bieden, zodat de studenten op verschillende manieren gestimuleerd worden en gemotiveerd blijven. Muziek helpt daarbij!