dinsdag 24 juli 2012

Nascholing in Italië: Tendenze Toscane

Zoals voor veel beroepen geldt, zul je ook als docent Italiaans af en toe je kennis moeten bijspijkeren. Je kennis van de Italiaanse taal, maar ook je kennis van lesmethoden en onderwijstechnieken. En waar kun je dat als docent Italiaans beter doen dan in Italië?

Daarom hebben wij dit jaar deelgenomen aan het programma Tendenze Toscane, aan de Università per Stranieri in Siena, in hartje Toscane. Een week lang werden wij onderworpen aan deskundige professori op het gebied van de Italiaanse taal en cultuur.
De cursus werd ingeleid door de rector van de universiteit die ons bewust maakte van onze belangrijke rol als ambassadeur: wij docenten zijn degenen die de Italiaanse taal en cultuur moeten verspreiden in de rest van de wereld! En aan deze ‘zware’ taak wijden wij ons elke dag weer vol plezier en voldoening.

De cursus was echter niet zozeer ingericht om kant-en-klare lesprogramma’s of -technieken aan te bieden, maar wilde met name handvatten aanreiken voor het invullen van onze lessen: zij geven ons de ingrediënten, maar wij maken er ons eigen gerecht mee!

Tijdens de eerste les gingen we meteen van start met een paar pittige onderwerpen van de Italiaanse grammatica. Het Italiaans is niet alleen een mooie, maar ook een vrij complexe taal. Gelukkig niet zo ingewikkeld als het Nederlands, maar een aantal onderwerpen - zoals het gebruik van werkwoordtijden en voornaamwoorden - kan wel wat extra aandacht gebruiken. De les was niet bedoeld als grammaticales – wij kennen de grammatica inmiddels van haver tot gort -, maar leerde ons hoe we deze onderwerpen het beste aan de student kunnen overbrengen. Andere taalkundige onderwerpen die aan bod kwamen waren oefeningen voor het uitbreiden van het lexicon, het gebruik van woordspelletjes en methodes om de spreekvaardigheid van de student te bevorderen.

Maar als docent Italiaans moet je natuurlijk niet alleen kennis hebben van de taal en de grammatica, je moet ook vertrouwd zijn met de cultuur. Veel culturele aspecten komen tot uiting via de taal en veel taalkundige aspecten ontstaan uit een culturele achtergrond. Dus worden er tijdens een opfriscursus voor docenten ook lessen over cultuur gegeven. En als je je kennis van de Italiaanse taal en cultuur opfrist, worden er dan natuurlijk onderwerpen aangesneden als: cinema, musica, vino, letteratura.

Hoe kun je als docent deze onderwerpen gebruiken bij het lesgeven in de Italiaanse taal? Hoe kan de studenten deze aspecten gebruiken bij het leren van de Italiaanse taal? Films kijken, muziek luisteren, literatuur lezen: al deze elementen kunnen het leerproces bevorderen. Maar behalve het middel kan het ook het doel zijn: wat een geweldig gevoel moet het zijn als je als student Italiaans ineens al die mooie liedjes begrijpt, die mooie verhalen, die mooie taal!

Natuurlijk staat de Italiaanse cultuur ook bekend om eten en drinken. Erg interessant was dan ook de wijnproeverij bij de Enoteca Italiana met een les over teksten op het etiket op de achterkant van wijnflessen. Maar ook natuur, architectuur en stedenbouw ging niet onopgemerkt voorbij: we deden dus ook een giro turistico door het historische centrum van Siena en het mooie Toscaanse landschap, een zeer inspirerende omgeving.

Al met al was het een leuke en leerzame cursus, die ervoor heeft gezorgd dat we vol nieuwe ideeën zitten voor het komende schooljaar. Zo worden onze cursussen Italiaans wellicht nog boeiender en leerzamer! Woon je in de buurt van Utrecht en wil je bij ons Italiaanse les volgen? Kijk dan op de website van de Volksuniversiteit Utrecht en schrijf je in!





Geschreven in samenwerking met Miriam Bunnik

Foto's van Miriam Bunnik

dinsdag 17 juli 2012

De Palio in Siena

Er zijn bepaalde dingen die je als Italië-liefhebber gewoon moet zien en meemaken. Zo is ook de Palio in Siena ongetwijfeld iets wat je niet mag missen.

Op een van de mooiste pleinen van Italië wordt twee keer per jaar een historische paardenrace gereden: de Palio. Deze race, gewijd aan de Heilige Maria, is een uiting van de rivaliteit tussen de zeventien verschillende contrade, wijken of buurtschappen, van de stad. Wanneer je rond deze tijd door Siena loopt zie je overal vlaggen in verschillende kleuren, met de afbeelding van een (mythologisch) dier. Zo is er de contrada van de pantera (panter), de aquila (adelaar) en de lupa (wolvin). Elke contrada is als een staat op zich, met een volksvertegenwoordiging, een priore  en een eigen hiërarchie. Er doen echter maar tien contrade mee, die via een loting worden uitverkoren. Vervolgens wordt, wederom middels een loting, aan elke contrada een paard toegewezen, dat dag en nacht wordt bewaakt en verzorgd. Net als de fantino, de ruiter, die in de laatste dagen voor de race wordt opgesloten en voortdurend door twee heuse bodyguards wordt bewaakt. Afgesloten van de buitenwereld, het nieuws en vooral vrouwelijk gezelschap, kan hij zich in opperste concentratie op zijn belangrijke taak voorbereiden.


Voor de Senesi is de Palio belangrijkste evenement van het jaar, zo belangrijk dat dit jaar zelfs de finale van het EK voetbal in Siena – als enige stad in Italië - niet op grote schermen werd uitgezonden. De festiviteiten en rituelen beginnen al ver van tevoren, en gaan ook na afloop nog een tijdje door. Voorafgaand aan de race trekken alle contrade in vol middeleeuws ornaat door de stad, waarbij ze met vlaggen zwaaien en op trommels spelen. Ook wordt er een generale repetitie gehouden op het plein, zodat de paarden alvast kunnen wennen aan de drukte rondom de race. Op de dag van de Palio zelf worden de paarden ’s middags gezegend door de priester van de wijkkerk. Va’ e torna vincitore! Vervolgens begeeft iedereen zich in de zogenaamde passeggiata storica richting het Piazza del Campo, waarbij de toeschouwers ruim twee uur lang kunnen genieten van historische kostuums, vlaggen, gezang en getrommel. Aan het eind van de stoet rijdt een grote kar, voortgetrokken door vier prachtige witte ossen, waarop het object van verlangen wordt vervoerd: de Palio, een geborduurde bandier in de kleuren van de stad. Dat is waar het allemaal om draait, de prijs voor de winnende contrada.

Dit jaar waren wij er voor het eerst ook bij en we aanschouwden met eigen ogen dit overweldigende spektakel. Helaas deden er maar acht paarden mee, omdat twee paarden op het laatste moment toch niet in goede gezondheid verkeerden. Net voordat de wedstrijd begint worden de startnummers bepaald. Op dat moment valt er onvoorstelbare stilte over het plein, alle toeschouwers houden hun adem in. De startpositie is namelijk erg belangrijk, omdat de laatste ruiter een paar meter achter de rest staat. Hij is degene die uiteindelijk het startschot geeft, maar pas wanneer alle paarden in de juiste volgorde staan. De anderen moeten dus goed opletten!


Met kippenvel en kloppend hart zagen wij hoe de paarden drie rondjes om het plein renden. Na anderhalve minuut kwam de Onda (de golf, afgebeeld met een sierlijke vis) als eerste over de streep en kwam de fantino precies waar wij stonden tot stilstand. Meteen werd hij bestormd door de geëmotioneerde contradaioli die hem van zijn paard trokken en op de schouders zetten. Daarna barstte het volksfeest in de wijk los, waarbij volop werd gegeten en gedronken. Ook nieuwsgierige toeristen konden een graantje meepikken: er werden bekertjes lokale wijn uitgedeeld uit zogenoemde darmigiane, enorme mandflessen. Een paar Senesi hadden ons vooraf al gewaarschuwd: als je hotel in de winnende contrada ligt, zul je ’s nachts geen oog dicht doen. De kerkklok van de plaatselijke kerk wordt de hele avond en nacht geluid, en de feesten gaan soms wel weken door. Hoe langer het geleden is dat een contrada de Palio won, hoe meer geld er in het potje zit om het feest zo groot mogelijk te maken.


De Palio meemaken is een must voor iedereen die van Italië houdt. Een historisch evenement dat je even meeneemt naar de Middeleeuwen, dat de hele stad omtovert in een groot sprookje. Op 16 augustus wordt de tweede race van het jaar gereden: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Met een nieuwe Palio waarom gestreden zal worden, want elke gewonnen bandier blijft in het bezit van de contrada.




Geschreven in samenwerking met Miriam Bunnik
Foto's van Miriam Bunnik